Programmatoelichting
Markus Passion op basis van een reconstructie van Simon Heighes
In het Nieuwe Testament verhalen vier evangelisten, Markus, Lukas, Mattheus en Johannes over het leven van Jezus Christus. Uit modern onderzoek blijkt dat het oudste en ook kortste evangelie van de hand van Markus is en dateert uit de zestiger jaren van de eerste eeuw. Het is één van de bronnen voor het evangelie van Lukas en Mattheus. Ook in die tijd was er oorlog: Joodse opstandelingen (Zeloten) namen het op tegen de Romeinse bezetters die hard terugsloegen. Dit leidde tot 100.000 slachtoffers in Jeruzalem en de verwoesting van de beroemde tempel. Hierna is in feite de Joodse diaspora begonnen. In het evangelie van Markus wordt niets over deze historische gebeurtenis gemeld of het moet al de accurate voorspelling van de ondergang van Jeruzalem zijn die hij Jezus in de mond legt. Opmerkelijk in deze biografieën (de evangeliën) was de grote aandacht die er was voor de geboorte en vooral het sterven (met de wederopstanding) van de beschreven persoon: Jezus van Nazareth. Het zijn de hoogtepunten in het kerkelijk jaar: Kerstmis, de Passietijd en Pasen.
Ook voor Bach was de Passietijd een hoogtepunt in het kerkelijk jaar. Uit de nalatenschap van de beroemde componist blijkt dat er maar liefst 5 passionen aan hem worden toegeschreven. De Mattheus-passie (eerste uitvoering 1727) is natuurlijk de meest bekende ook omdat Bach op latere leeftijd een volledige partituur in schoonschrift schreef. De eerste passie was de Johannes-passie die 3 jaar eerder op Goede Vrijdag in de Thomaskerk in Leipzig haar eerste uitvoering beleefde. Ook bij deze passie is Bach op latere leeftijd begonnen aan een nieuwe partituur in schoonschrift. Deze is maar voor een deel voltooid.
Blijven er nog drie passies over waar helaas geen geschreven muziek van bewaard is gebleven. Onderzoek heeft in de loop van de jaren wel een tipje van de sluier kunnen oplichten. Waarschijnlijk was één van de verloren passies een vroege versie van de Mattheus-passie, een versie die nog met één koor en één orkest was. Een reconstructie hiervan heeft het NBC in het jaar waarin we ons 25-jarig jubileum vierden uitgevoerd. Ook is er een passie naar het evangelie van Lukas bekend uit Bachs nalatenschap maar hoogst waarschijnlijk is deze van de hand van een andere componist. De vijfde passie is met zekerheid de Markus-Passion geweest. Wat bewaard is gebleven is een libretto van de hand van Bachs trouwe tekstschrijver: Christian Fiedrich Henrici (alias Picander). Voor het eerst werd deze passie uitgevoerd op Goede Vrijdag 1731. Waarschijnlijk is het laatste afschrift van de bladmuziek bij de bombardementen op Dresden in 1945 verbrand.
Omdat er een volledig tekstboekje beschikbaar is, is er ook de mogelijkheid om een reconstructie te maken. Na de verplichte wekelijkse scheppingen van cantates in Leipzig vanaf 1731, maakte Bach bij nieuwe muziek steeds meer gebruik van bewerkingen (parodieën) van eerdere composities, zoals bij het Weihnachtsoratorium, het Paasoratorium, de Lutherse missen en de Hohe Messe .
Het is dan ook aannemelijk dat deze Markus-Passion ook middels het omwerken van bestaande stukken tot stand is gekomen. Uit het bewaarde libretto blijkt dat er maar liefst 16 koralen in voor komen en ‘maar’ 6 aria’s. Eduard van Hengel geeft daar een mogelijke betekenis aan: “In aria’s klinkt het subjectieve commentaar van de gelovige op de voorafgaande gebeurtenissen of uitspraken. Aria’s verschenen in de kerkmuziek pas vanaf 1700, onder de muzikale invloed van de Italiaanse opera, en onder het gesternte van het opkomend piëtisme, dat Bachs orthodoxe Leipziger omgeving niet beviel. In koralen daarentegen klinkt de stem van de kerk en de christelijke gemeente; hun teksten zijn veel ouder, soms wel meer dan twee eeuwen”. Dus een beetje een knieval voor zijn broodheren?
Er zijn vele pogingen ondernomen om een reconstructie van deze Markus-Passion te maken. Geholpen door het principe van hergebruik kunnen de drie koorstukken herleid worden naar de Trauer-Ode, geschreven voor de rouwplechtigheid van de keurvorstin Christiane Eberhardine. Ook vier van de 6 aria’s zijn op deze wijze te herleiden. Voor de 16 koralen zijn in Bachs eigen werk vele zettingen te vinden. Veel lastiger is het om een invulling te geven aan de tekst van de evangelist, aan de Christus’ recitatieven en aan de stem van het volk, traditiegetrouw de ‘turba’-koren. Alle reconstructies kiezen voor een andere oplossing. Soms worden de recitatieven opnieuw gecomponeerd (Ton Koopman, Robert Koolstra, G.A. Theil); soms wordt de keuze gemaakt om door tijdgenoten gecomponeerde recitatieven te gebruiken (Jos van Veldhoven, Simon Heighes) en soms is er de keuze gemaakt de tekst, waarbij de muziek ontbreekt, voor te lezen (Diethard Hellmann).
Wij hebben er in onze uitvoering van de Markus-Passion voor gekozen om de reconstructie van Simon Heighes te volgen. Maar niet helemaal: de tekst van de evangelist wordt in onze uitvoering gereciteerd. Dat geeft ook de mogelijkheid om dit in de Nederlandse taal te doen waardoor het verhalende van de passie makkelijker kan worden gevolgd.
Het past in de traditie van het Noordelijk Bach Consort om net even buiten de gebaande paden onze programma’s samen te stellen. Zo voerden we (een reconstructie van) de Trauer-Music uit, vroege versies van de Mattheus- en Johannes-Passion van Bach en de Johannes-Passion van Bachs tijdgenoot Georg Gebel, allemaal primeurs in Noord Nederland. Onze versie van de Markus-Passion past in deze traditie.
Inmiddels zijn we bijna 2000 jaar na het op schrift stellen door Markus van het lijdensverhaal van Jezus van Nazareth. Er woedt nog altijd een bloedige strijd om de heerschappij over Jeruzalem. Dit narratief van Markus inspireerde Bach tot het schrijven van een Markus-Passion in de hoop muzikale troost te bieden aan het menselijk leed dat door de jaren heen hiermee verbonden is. Dit verbindt de programmering van het NBC met de actualiteit.
Wij hopen dat u dit met ons wilt delen.
Rigobert van Zijl